Vanaf wanneer kunnen kinderen zelfstandig dingen doen zoals aankleden, zelf schoenen uitdoen etc. Kunnen kinderen ook te gemakzuchtig zijn? Het is prettig als ik niet alles voor mijn zoon (3) hoef te doen. Zeker niet als iemand zegt: "Oh, kan hij dat nog niet? Mijn zoon kon dat al lang op die leeftijd!"
Er bestaan grote verschillen tussen kinderen als het gaat om zelfredzaamheid. Er zijn kinderen die uit zichzelf snel stappen vooruit zetten. Ze regelen hun zaakjes het liefst zelf. Biedt een moeder hulp aan, dan weigeren ze die heel eigenwijs. Ze zijn er trots op om dingen zelf te kunnen, al zitten de laarsjes verkeerd en al zit de onderbroek achterstevoren.
Andere kinderen daarentegen hebben liever dat moeder alles voor hen doet. Ze lijken gemakzuchtig. Misschien beheersen ze bepaalde handelingen nog niet, maar zeker is dat ze de ontwikkelingsdrang missen om nieuwe vaardigheden onder de knie te krijgen.
Temperamentverschillen zijn niet weg te poetsen. Het heeft niet zoveel zin om te zeggen op welke leeftijd kinderen iets zelf moeten doen. De een is sneller dan de ander. Dat hoeft geen enkel probleem te zijn. Behalve als de motivatie ontbreekt om vooruit te komen. Dan moeten ouders stimuleren.
Kinderen moeten groot worden en op eigen benen leren staan. Een kind moet de tijd en de ruimte krijgen om dingen te leren. Soms moeten ouders zichzelf afremmen om niet even snel te helpen omdat het anders zo lang duurt. Wanneer kinderen dingen zelf kúnnen uitvoeren, zouden ze dat in principe ook moeten doen. Die dingen moeten ouders niet uit handen nemen. (Behalve als ze hun kind even lekker willen verwennen.) Een gesprek met een vriendin kan als een spiegel functioneren: ben ik misschien nog te veel dingen voor mijn kind aan het overnemen? Kinderen zijn er niet mee gediend als we ze lang in de watten leggen. Een kind kan die verzorging heel prettig vinden. Vandaar dat sommige kinderen deze situatie graag voort laten duren.
Stimuleren tot zelfstandigheid moet bij een kind niet het gevoel oproepen dat hij iets verliest. Daarom moet zelfredzaamheid iets positiefs met zich meebrengen. Aandacht en liefde die hij normaal via de basale verzorging kreeg, moeten op een nieuwe manier getoond worden.
Het is niet altijd makkelijk om te onderscheiden of een kind iets niet kán of iets niet wíl. Bij twijfel moeten ouders blijven voordoen hoe iets moet. Simpele handelingen kunnen voor een kind echt een struikelblok vormen. Maar soms merken ouders dat een kind bij hun afwezigheid wel in staat is bepaalde dingen te doen. Dat wijst op onwil. Waarom weigert hij iets zelfstandig uit te voeren als de moeder in de buurt is? Omdat het voor hem plezieriger is als zij helpt. Is zij er niet, dan móet hij het zelf wel doen.
Kinderen die niet uit zichzelf groter willen worden, hebben stimulans van ouders nodig. Het moet aantrekkelijk worden om zelfstandig dingen te gaan doen. Jan zal zichzelf aankleden als het iets positiefs oplevert. Een compliment is iets positiefs. Als hij gewenst gedrag vertoont, kunnen ouders daar extra aandacht aan besteden. "Heb jij zelf je schoenen uitgedaan? Wat een grote vent ben jij al zeg!". Ouders mogen op een positieve manier stimuleren. "Jij bent al een grote jongen. Zou je al zelf je schoenen kunnen uitdoen? Tjonge, wat gaat dat goed! Je lijkt al wel 4 jaar!" Ze kunnen het uitlokken. "Ik ga even naar boven. Eens kijken of jij als ik terugkom je schoenen al uitgedaan hebt. Zou jij zo knap zijn?".
Het kan ook helpen om met tijdsvolgordes te werken. Eerst dit ... dan dat. Ouders kunnen vervelende klusjes makkelijker gedaan krijgen als ze leukere dingen daarna plannen. Leuke dingen zijn er voldoende gedurende de dag: eten, drinken, samen voorlezen, etc. "Als jij nu even je schoenen uitdoet, kunnen we daarna drinken". Meestal krijgen ouders het zonder veel moeite gedaan als ze de tijdsvolgorde slim aanpakken.
Door zelfredzaamheid te stimuleren en complimenten te geven, wordt het voor een kind aantrekkelijker om dingen zelf te gaan doen. Ze worden uitgelokt worden om groot te zijn.
Groot worden kost tijd en energie. Kinderen hebben ruimte en bemoeiding nodig om dingen te leren. Ook al lukt het nog niet goed, geef complimenten voor de inspanning die het kind levert. Een scheefgeknoopte bloes is vooral een teken dat hij op de goede weg is. Zeg dat ook en laat waardering blijken. En doe voor dat je onderaan moet beginnen.
Als een kind iets wel kan, maar er geen zin in heeft, laat dan een vervelende consequentie volgen. Geen schoenen uit? Dan nog geen drinken met een koekje. Ben je echt nog te klein om dat te doen? Dan moet je vanavond maar om zeven uur naar bed, want kleine kinderen gaan vroeg naar bed.
Ons kind heeft onze zorg en liefde nodig. Laten we hem niet spiegelen aan wat andere kinderen allemaal al kunnen. Maar laten we vooral kijken naar het kind dat aan onze zorgen is toevertrouwd. Het heeft geen zin een kind dat ergens niet aan toe is, te dwingen een stap vooruit te zetten. Een kind dat echt niet wil leren fietsen, moet niet op een fiets zonder zijwielen gezet worden. Het moet stapje voor stapje zover komen dat hij het aandurft met hulp van vader of moeder. Dit schets het spanningsveld. Enerzijds moeten ouders wachten tot een kind ergens aan toe is en hem niet overvragen. Een kind moet zich aanvaard weten ook al kan hij niet alles. Anderzijds moeten ouders hem bemoedigen om te oefenen met nieuwe activiteiten.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer