Mijn dochtertje van 5 jaar heeft moeite om mij te scheiden als ik haar in de klas breng. De helft van de keren breng ik haar zelf met de auto omdat ik dat combineer met werk en boodschappen doen; de andere keren gaat ze met de bus naar school. Ik vind het leuk om de werkjes te bekijken, maar vind het lastig dat ze me achterna rent als ik weg wil gaan. Moet ik strenger zijn? Als de juf het ziet, helpt die haar er doorheen, waarna ik wel weg kan gaan.
Voor een klein kind kan de overgang van huis naar school lastig zijn. De besloten beschermde wereld van thuis maakt plaats voor een klas met een heleboel kinderen. Thuis kent het zo'n beetje de gang van zaken en heeft het een eigen plekje waar het rustig kan spelen. Op school is het - zeker in het begin - afwachten wat er op het programma staat. De vaste structuur die er ook op school is, zal een kind meestal pas later ontdekken.
Dit meisje, ik noem haar Fie, is thuis enig kind en woont buitenaf. De overgang naar school is voor een grote verandering. Elke schooldag weer, maar in het bijzonder als mama mee gaat naar school. Ze vindt het fijn dat mama meegaat. Ze straalt er zelfs van. Mama mag zien wat ze allemaal knutselt op school, wat ze allemaal kan doen en wie er nog meer in de klas zijn. Maar op het moment dat mama weg moet, wil ze mama er graag bij houden. Mama is immers haar veilige basis en haar toeverlaat.
Waarom doet Fie dit? Waarschijnlijk heeft ze in zichzelf nog niet voldoende stevigheid om die overgang van thuis naar school te maken. Gelukkig kan de juf haar helpen om afscheid te nemen. De juf vormt dan - letterlijk - de veilige basis door haar op schoot te nemen. Gelukkig lukt het dan zonder problemen om afscheid te nemen en te zwaaien. Daarna zijn er geen problemen meer. Omdat ze in aanwezigheid van haar juf geen scheidingsangst laat zien en omdat dit probleem niet speelt als moeder haar niet naar school brengt, lijkt er geen sprake te zijn van hechtingsproblemen. Dit onderwerp laat ik dan ook verder rusten.
Wat helpt Fie om de overgang gemakkelijker te maken? Allereerst is de houding van moeder belangrijk. Hoe gemakkelijk laat zij Fie zelf los? In de vraag is te lezen dat moeder niet elke dag op school komt. Als zij vindt dat het meer moet zijn, kan ze zich gemakkelijk schuldig voelen. En dat voelt een kind. Aan de non-verbale lichaamssignalen leest een kind spijt af. Kinderen zijn hier doorgaans gevoelig voor. Als ze merken dat hun moeder ergens moeite mee heeft, proberen zij te 'helpen'. In dit geval is dat door de tijd met moeder in de klas nog extra te rekken. Als dit speelt bij Fie, doet moeder er goed aan om duidelijk uit te stralen dat Fie gewoon naar school gaat en dat ze het zonder moeder best redt op school. Het uitspreken van vertrouwen en het normaal maken dat kinderen naar school gaan, helpt bij de overgang.
Nu Fie nog moeite met scheiden heeft, kan moeder het gevoel van Fie benoemen. 'Jij vindt het moeilijk dat ik wegga, dat zie ik wel. Je wordt er een beetje verdrietig/bang van.' Fie zal zich dan begrepen voelen. Het erkennen van haar moeite is belangrijk.
Moeder kan haar helpen door een duidelijk ritueel af te spreken. 'Ik ga eerst kijken naar wat je gemaakt hebt. Dan wachten we tot de juf er is. Dan krijg je van mij een knuffel. Dan kijk ik nog door het raam en zwaai ik naar jou. Daarna ga ik boodschappen doen en jij gaat verder in de klas zingen, spelen en werken.' Een vast ritueel schept duidelijkheid. Protest van Fie zal niets veranderen aan het afscheidsritueel. Als moeder met een vastbesloten doortastende houding optreedt, helpt ze Fie het best. Gehuil van Fie mag in geen geval het afscheid uitstellen, want daarmee werkt haar gehuil belonend. Geef daarentegen een compliment als het goed gaat en spreek vertrouwen uit dat ze het wel redt. Gelukkig geeft het afscheid in aanwezigheid van de juf geen problemen. Als dat niet zo zou zijn, kan eventueel een knuffelbeer van thuis de overgang verspoelen.
Het nemen van duidelijke leiding lijkt belangrijk bij Fie. Moeder schrijft dat Fie thuis moeilijk de overgang naar haar bed kan maken. Ze valt bijna om van de slaap en wil dan toch nog van alles doen. Moeder heeft intussen Fie zover gekregen dat ze op haar kamer iets mag doen zonder de kamer nog te verlaten. Ze hoopt dan dat Fie snel in bed kruipt om te slapen.
Hoe tegenstrijdig het misschien ook klink: Fie is op zoek naar grenzen en heeft het nodig dat die haar gesteld worden. Fie is actief en gaat door tot de uiteindelijke grens is bereikt. Pas dan kan ze rustig gaan slapen. Grenzen scheppen rust en brengen veiligheid. Fie weet waar ze aan toe is en kan zich helemaal aan de leiding van de volwassene overgeven.
Een kleuter is nog te klein om zaken als bedtijd zelf te bepalen. Als Fie duidelijke grenzen tegenkomt, worden overgangen voor haar gemakkelijker. Voor veel kinderen is naar bed gaan geen pretje. Ze krijgen geen aandacht meer en zijn helemaal alleen. Opblijven is veel leuker, want dan krijg je nog aandacht. De overgang van dag naar nacht wordt vergemakkelijkt met een voorspelbaar ritueel. Daarin mag best ruimte zijn voor fijn voorlezen of gezellig gebabbel. Bijvoorbeeld door leuke dingen van de dag op te noemen. En door te praten over wat er morgen wacht. Herhaal tenslotte wat verder de bedoeling is: stil zijn, op de kamer blijven (behalve als ze naar het toilet moet) en lekker slapen. Nog een kus, even lekker onderstoppen, een aai over haar bol en welterusten voor vandaag.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer