Wij horen vaak ouders zeggen dat ze zoveel moeite hebben met hun kind omdat het zo boos wordt. Wij herkennen dat totaal niet bij onze dochter (9). Ze is een lief en volgzaam meisje dat altijd klaar staat voor anderen. Is het voor haarzelf wel goed dat ze nooit echt boos wordt?
Ouders kunnen blij zijn met een lief en volgzaam kind. Met zulke kinderen zijn minder botsingen en dat is heel plezierig, want conflicten vreten energie. Toch heeft boosheid wel een functie. Daarom is het terecht dat ouders zich afvragen of een kind dat niet boos wordt, wel goed kan functioneren. Om dit helder te krijgen, eerst iets algemeens over de werking van boosheid.
Wanneer wordt iemand boos? Daarvoor zijn meerdere redenen te noemen. Bijvoorbeeld als je plannen gedwarsboomd worden. Of als iemand om wie je geeft, dreigt geschaad te worden. Of als er iets onrechtvaardigs plaatsvindt. Of als je verdrietig of bang bent of pijn hebt en je dit gevoel liever overschreeuwt dan erkent. Allemaal redenen om boos te worden. Boosheid schakelt onze reserves in zodat we ons niet machteloos voelen, maar juist energie krijgen om onszelf te verweren tegen dreiging, onrechtvaardigheid of innerlijke pijn.
Boosheid heeft dus een functie. Het maakt een kracht in ons los die we alleen via boosheid aanboren. Natuurlijk is het zo dat mensen onterecht boos kunnen worden en ook gemakkelijk doorslaan in boosheid. Boosheid leidt snel tot zonde. Maar waar het nu om gaat is dat boosheid nodig is om de hakken in het zand te zetten op het moment dat dit nodig is. Boosheid geeft energie en moed om te protesteren tegen dingen die niet goed gaan.
Terug naar het meisje - ik noem haar Roos - dat niet goed boos kan worden. Wat gebeurt er als Roos aan het spelen is en haar neefje pakt iets af? Boosheid zou normaal leiden tot protest en het terugpakken van het speelgoed. Roos wordt echter niet boos en neemt gewoon iets anders. Ondertussen is haar neefje wel haar grens overgegaan, wat zij zonder problemen accepteert.
Waarom wordt Roos niet boos? Zij was er toch mee aan het spelen! Hij mag niets afpakken! Roos protesteert niet omdat zij waarschijnlijk in aanleg een volgzaam persoon is. De een is ook temperamentvoller in protest dan de ander. Daarnaast heeft Roos niet van anderen geleerd dat ze 'nee' mag zeggen. Misschien durft ze niet voor zichzelf op te komen uit angst voor conflicten en geeft daarom toe.
Kinderen die niet boos worden als dat wel terecht zou zijn, laten gemakkelijk over zich lopen. Dat is niet gezond. Kinderen kunnen gaan 'pleasen': anderen naar de ogen kijken en dingen doen om anderen te behagen. Aan de goedkeuring van anderen ontlenen ze hun eigenwaarde. Helaas vormt dit geen stabiele basis. Een goed gevoel van eigenwaarde ligt niet in de goedkeuring van een ander, maar in wie zij zelf als persoon zijn.
Het is nodig dat kinderen weerbaar worden en niet altijd de zin van anderen doen. Ook in het latere leven is het belangrijk om geleerd te hebben om boos te worden als dat nodig is. Vaak lopen volwassenen later in een werkkring vast als ze onvoldoende hun eigen grenzen aangeven en anderen doorwalsen.
Wat kunnen ouders doen om kinderen meer weerbaar te maken? Allereerst moet een kind zelf wat steviger worden. Roos moet weten dat ze er mag zijn zoals ze is. Onvoorwaardelijk. Dus niet om dingen die ze dóet, maar om wie ze zelf ís. Ouders zijn belangrijk in het tonen van onvoorwaardelijke liefde. Roos zal misschien via ‘pleasen’ de liefde van ouders willen verdienen. Maar ze moet beseffen dat ouders van haar houden gewoon om wie zij is.
Daarnaast moet zij eigen grenzen trekken. Nu vindt ze al snel alles goed van anderen. Ouders kunnen haar stimuleren zelf na te denken over wat zij wil. Zij mag een eigen mening hebben. Een ander mag niet over haar grenzen heengaan. Dan mag ze echt boos worden. Boos worden is in dit geval een goed gevoel. Roos moet leren herkennen wat boosheid is en hoe ze dat kan gebruiken. Het kan helpen om Roos daadwerkelijk te laten oefenen met ‘nee’ zeggen. Bijvoorbeeld in een rollenspelletje. Iemand pakt haar tas af en zij moet luid en overtuigend protesteren.
Soms worden kinderen niet boos omdat ze zich anders schuldig voelen daarmee de sfeer te bederven. Ze uiten zich dan niet, maar voelen zich van binnen niet fijn. Bij deze kinderen is uitleg nodig dat als er iets oneerlijks gebeurt, zij dat niet hoeven slikken. Vaak gaat de ander door met dit gedrag als zij geen duidelijk stopteken geven. De ander is fout en dat komt niet goed door dit maar te accepteren en te zwijgen.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer