Hij is er intussen aardig bovenop, maar niet nadat hij door een behoorlijk dal is gegaan. Uiteindelijk heeft hij zijn baan opgezegd. Dat was beslist geen gemakkelijke beslissing; hij heeft lang getwijfeld. Was het niet zijn plicht om te blijven zolang de zaak niet goed op de rit stond? Helaas was de trein al een tijdje aan het ontsporen.
Het begon ruim anderhalf jaar geleden. Als rechterhand van de directeur zag hij dingen niet goed gaan in de zorginstelling. En wat zo erg was: hij had betere tijden gekend. De tijd dat het wel goed liep. Dat er goed management was. De tijd dat de cliënten in alle rust verzorgd werden. Toen het personeel nog fluitend op de gang liep en er grapjes gemaakt werden. Veruit de meeste medewerkers gingen met plezier aan het werk. Hij ook.
Toen kwamen de wijzigingen in het management. Na een periode van aanpassing drong steeds duidelijker tot hem door dat het niet goed ging. Hij kon ook benoemen waar het aan schortte, maar het management gaf geen gehoor. Hij liep rond met zijn zorgen en zag dingen daadwerkelijk fout gaan.
Dat gaf niet alleen verdriet en pijn, maar ook vragen. Want de instelling was niet zomaar een instelling. Ze was opgericht om mensen die vanuit de Bijbel willen leven, zorg te bieden. De sfeer van thuis werd voortgezet in de instelling. Had God niet destijds ruimte gemaakt om deze instelling van de grond te krijgen? Juist vanwege deze geestelijke dimensie gaven de interne problemen zoveel twijfels. Hoe kon God toestaan dat de instelling zo achteruit gaat?
Hij voelde een enorme verantwoordelijkheid om zelf zijn uiterste best te doen. Om de zaak te redden, wilde hij best wat offers brengen. Als van nature pakte hij extra taken op. Ook dingen die eigenlijk niet tot zijn takenpakket behoorden. Maar ja, dat doe je toch als je ziet dat het fout loopt?!
Deze acties werden vanuit het management echter niet erg gewaardeerd. Twijfel ging knagen: doe ik het wel goed, doe ik wel genoeg? Zijn gevoel van eigenwaarde kelderde naar beneden. Thuis kon hij zijn zorgen niet loslaten. Hij ging slechter slapen en kwam niet meer tot rust. Maar het schip verlaten? Zou het dan niet nog slechter gaan? En zou die achteruitgang dan niet zijn schuld zijn? Je kon toch niet zomaar weglopen?
Vanuit zijn sociale omgeving kreeg hij signalen dat er iets moest gebeuren. Wat hij aanvankelijk absoluut niet als mogelijkheid kon zien, begon hij te overwegen: was hij wel de juiste persoon op de juiste plek onder dit management?
Een coach helpt hem vervolgens om patronen in zijn eigen functioneren te herkennen. Inderdaad heeft hij de neiging om allerhande problemen op zijn nek te nemen. Toch is het verstandiger om zich aan zijn eigen takenpakket te houden. En als hij zichzelf niet kan vinden in het beleid, is het dan niet beter uit te zien naar iets anders?
Intussen is een half jaar verstreken sinds hij zijn vertrek bij die instelling. Hij blikt terug. Ja, zijn gevoel van eigenwaarde heeft een gevoelige knauw gekregen. Maar het gaat nu weer beter. Wat hem hierbij helpt? Zonder te aarzelen noemt hij het nieuwe werk. Hij kan nu dingen weer echt goed doen en zijn inspanningen worden opgemerkt door de leidinggevende.
Hij blikt terug. De zorgen over zaken die buiten zijn verantwoordelijkheid lagen, hebben hem leeggezogen. Wel zien dat het niet goed gaat, maar niet de middelen hebben om er iets aan te doen. En toch wel proberen, en over eigen grenzen heen gaan. En weer proberen omdat hij zichzelf zo verantwoordelijk voelt en geen andere optie ziet dan zichzelf te verloochenen.
Maar was het wel zelfverloochening? Was het niet vooral angst die hem leidde? Angst om tegen te vallen; vrees het niet goed genoeg te doen. Bij échte zelfopoffering is niet de angst leidend. Wel de overweging of het een groter belang voorrang moet krijgen boven je eigen belang. Daarvoor moet je zelf sterk in je schoenen staan. Zelfopoffering is een bewuste keuze.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer